![]() |
© Remco de Vries (@krullenbos) |
Met eigen bier, meerdere cateringkraampjes, tattoo-artists
en vier voorprogramma’s (met speciale vermelding voor de virtuoze King Gizzard
and the Lizard Wizard) wordt het publiek klaargestoomd voor een concert dat een
nieuwe standaard zal zetten voor harde muziek in Nederland.
Dat John Coffey een band is die zelfs in een bejaardentehuis
of bij een bijeenkomst van de SGP een wall-of-death en een circlepit zou creëren
is inmiddels wel bekend. Vanaf het moment dat de lichten aangaan en de
Utrechtse band Broke Neck inzet is de
zaal een mosh-speeltuin waarin niks hoeft en alles mag. Om met de woorden van zanger David te spreken: 'dit Is een John Coffey show, als je wilt stil staan dan sta je stil, als je wilt dansen dan dans je, als je wilt stagediven dan stagedive je, dit is jullie avond!' In deze blog wil ik het
alleen niet hebben over hoe strak en met hoeveel energie John Coffey speelt.
Dat is niet met woorden te beschrijven en als je het nog niet megemaakt hebt,
moet je daar deze zomer heel snel verandering in brengen.
Waar ik meer over uit wil wijden in deze blog is hoe John
Coffey in een middelgroot poppodium met tweeduizend man publiek een sfeer wist
te creëren die je normaal gesproken
alleen vindt in zweterige keldertjes; een underground sfeer.
3voor12 heeft deze maand als thema ‘underground’ en hebben daarbij een zoektocht uitgeroepen naar de belangrijkste undergroundlocaties van Nederland. Daarbij wordt er meteen vanuit gegaan dat underground altijd gekoppeld zit aan een locatie. Dat durf ik te betwijfelen.
3voor12 heeft deze maand als thema ‘underground’ en hebben daarbij een zoektocht uitgeroepen naar de belangrijkste undergroundlocaties van Nederland. Daarbij wordt er meteen vanuit gegaan dat underground altijd gekoppeld zit aan een locatie. Dat durf ik te betwijfelen.
Natuurlijk, underground betekent ondergronds, dus je zou
kunnen zeggen dat het altijd ondergronds zou moeten zijn. Over het algemeen
wordt in een muzikale context met ‘underground’ een kleinschalige, bijzondere, alternatieve
locatie bedoeld. Is het echter de locatie die een concert underground maakt?
Als U2 in de kelder van een verlaten pand op zelfgemaakte muziekinstrumenten
gaat spelen, is er dan sprake van een undergroundconcert? Het blijft Bono die
(waarschijnlijk met zonnebril op) voor je staat, je bent de ene helft van het
concert bezig te beseffen hoe bijzonder het wel niet is dat je hierbij staat,
de andere helft met niet doodgedrukt worden door de mensenmassa die nog naar binnen wilt.
Of stel je een zaal voor waar het podium boven je hoofd uit
komt, met een professioneel geluidssysteem en zes bars waar het bier te duur is. Waar
je echter, zodra de band begint te spelen, meegesleurd wordt in een muzikale
draaikolk waarbij er geen enkele barrière meer lijkt te bestaan tussen band en
publiek, je je omgeving vergeet, opgezweept, en geïnspireerd wordt en niks
anders meer wilt doen dan volledig uit je plaat gaan. Kan daar geen sprake zijn
van een undergroundconcert? Een locatie is niet volledig bepalend voor een
sfeer en underground is dus, wat mij betreft, een sfeer.
Een sfeer die John Coffey wist op te roepen in de Ronda
afgelopen zaterdag. Staand op de tweede rij van het balkon voelde het alsof de
band recht voor je neus stond. Geen gedoe om stagediven te voorkomen, iedereen
was welkom op het podium. Geen overdreven grote show, enkel een paar dingen om
de muziek te versterken. Nummers die met volledige overgave gespeeld worden.
Een band die alle energie, tot in hun kleine teen, in de muziek legt met als
doel het publiek en zo geweldig mogelijke avond te geven.
Het is echter niet alleen te danken aan de bandleden dat
Tivoli voor anderhalf uur underground was.
De crew van John Coffey verdient minimaal evenveel complimenten. Tweeduizend mensen
passen niet in een kelder, een optreden zoals dit is een logistiek drama. Per nummer
vijfentwintig man die over je podium denderen en alles omver lopen, het is een
nachtmerrie voor elke technicus. Met een indrukwekkende snelheid en netheid zette
het team achter John Coffey alles weer recht, ontwarde het kabels en, als het
echt te druk werd op het podium, gaf het een aantal fans een duwtje terug
richting de zaal, maar geen moment werden het strenge schoolmeesters die vertelden wat er
niet mag. Het grootste deel van het publiek zal ze waarschijnlijk niet eens hebben
gezien, maar om dit concert in goede banen te laten lopen waren ze even
essentieel als de instrumenten waar John Coffey op speelde.
John Coffey zette zaterdag een nieuwe standaard neer. Ze waren
al de nieuwste toevoeging aan het lijstje Claw Boys Claw, Heideroosjes en Peter
Pan Speedrock, maar wat ze hebben neergezet in Tivoli maakt ze nog
bijzonderder. Of ze nu in de kleinste kelder van Nederland spelen of in de
Ziggo Dome, als John Coffey de touwtjes in handen heeft, dan weten ze overal de
underground sfeer neer te zetten die harde muziek zo bijzonder maakt. De
broederschap, de energie, de kracht, de vrijheid die ze afgelopen zaterdag opriepen, kunnen zij overal oproepen. En
dat is wat The Homecoming pas ècht
bijzonder maakte.