zondag 2 maart 2014

Gymnasium, kweekvijver van talent of achterhaald fenomeen?

Na zes jaar gymnasium is elke leerling het wel gewend, de vraag ‘maar wat heb je nou aan Latijn en Grieks?’ van collega atheneumleerlingen of andere geïnteresseerden. Meer dan wat gemompel over algemene kennis komt er vaak niet uit. Dat roept de vraag op, wat is de functie van het categorale gymnasium nog in onze moderne tijd?

Wat is een categoriaal gymnasium ook alweer, en wat is het verschil met andere vwo opleidingen? Een categoriaal gymnasium is een middelbare school waar alleen gedoceerd wordt in de gymnasiumvorm, oftewel vwo met Grieks en/of Latijn. Dit is ook meteen het enige verschil met het atheneum. In het schooljaar 2011/2012 waren er 38 van deze categorale gymnasia in Nederland met om en nabij de dertigduizend leerlingen volgens de Stichting Het Zelfstandige Gymnasium (SHZG). Het gymnasium gaat terug tot de Latijnse scholen van de renaissance, de kloosterscholen van de middeleeuwen en zelfs in de klassieke oudheid bogen er al leerlingen over de verhalen van Homerus, zo schrijft Anton van Hooff in zijn artikel Zonder het gymnasium ben je blind in het museum in de NRC van 9 oktober 2013.

Een eerste punt waar gymnasia in uitblinken zijn de resultaten, die liggen gemiddeld zo’n 0,3 punt hoger op het centraal examen, in vergelijking met het landelijk vwo gemiddelde. Waar dit door komt is redelijk makkelijk af te leiden. Doordat er maar op een niveau lesgegeven wordt, kan er geselecteerd worden op gespecialiseerde, deskundige docenten. Een scheikundedocent op een categoriaal gymnasium hoeft alleen op vwo niveau scheikunde te geven en niet ook op HAVO en vmbo niveau. Hierdoor kan een docent zich volledig specialiseren op een bepaald niveau en onderwijsplan, waardoor de docent beter lesgeeft, de leerlingen meer leren en zo betere cijfers behalen.

Hierbij ontstaan echter ook problemen, want een leerling die het hoge niveau op gymnasia niet aankan, kan flink in de aap gelogeerd raken. Waar zo’n leerling op een lyceum met meerdere niveaus gewoon een treetje lager gaat, op dezelfde school kan blijven en zelfs de mogelijkheid heeft om het gymnasium later nogmaals te proberen te halen, zal een moeizame gymnasium leerling op een categoriaal gymnasium de school moeten verlaten. Om dit te voorkomen blijven deze leerlingen vaak onnodig vaak zitten of worden de gymnasiumvakken Latijn en Grieks met erg veel moeite gehaald. Zo viel het gemiddelde cijfer van het centraal examen Latijn in het schooljaar 2011/2012 0,1 punt lager uit op gymnasia dan op reguliere middelbare scholen en waren de gemiddeldes voor Grieks gelijk. De leerlingen die eigenlijk naar atheneum hadden gemoeten halen de cijfers van de uitmuntende gymnasiasten omlaag.

Echter, naar gemiddeldes kijken zegt ook niet altijd alles. Feit is, dat op gymnasia dus nog steeds wel leerlingen zich ontpoppen tot uitmuntende gymnasiasten. Dit komt mede door de kleine, veilige leeromgeving waarin deze leerlingen zich bevinden. Met gemiddeld 794 leerlingen zijn gymnasia over het algemeen kleine, overzichtelijke middelbare scholen, waar docenten en leiding een goed beeld hebben van wat er speelt onder en tussen leerlingen en hier adequaat op kan inspelen. Dit bevordert de sfeer op school en dat maakt dat gymnasiasten minder problemen hebben en zo zich beter kunnen focussen op hun studie. Ook maakt een kleine leeromgeving dat iedereen elkaar kent en een leerling dus makkelijk contact kan zoeken als hij of zij problemen heeft, zowel persoonlijke als studie gerelateerde.

Maar streeft het gymnasium niet haar doel voorbij? Het gymnasium had ooit als doelstelling haar leerlingen de klassieken bij te brengen. Hierdoor is er op gymnasia veel aandacht voor Latijn en Grieks, maar daarnaast ook voor geschiedenis, literatuur en dergelijke. Maar in het huidige tijdsbeeld lijkt de gymnasiast niet meer geïnteresseerd in deze zaken. Hoe komt dit? De gemiddelde gymnasiast is nog steeds een kind van succesvolle ouders die op hun beurt succesvolle kinderen willen. Maar succes is niet meer te behalen met klassieke taal, cultuur en geschiedenis. Daarentegen gaat de aandacht nu uit naar economie en de technische vakken. De gymnasiast volgt het gymnasium omdat de ouders dat zien als een weg tot succes, maar besteed minimale aandacht aan de kernvakken, en zou dus net zo goed regulier vwo kunnen volgen.

Het categoriaal gymnasium heeft zich ontwikkeld tot een waar instituut, met duidelijke doelen, hoge niveaus en grote voordelen, maar zal mogelijk in de komende decennia een flinke metamorfose ondergaan. Het beeld over gymnasia zal gaan veranderen van een belofte tot succes naar een opleiding die de geest verbreedt. Het gymnasium zal het moeilijk krijgen met concurrentie van steeds meer categoriale athenea, maar door haar functie en bijzonderheden nooit verdwijnen.