maandag 7 maart 2016

Underground

© Remco de Vries (@krullenbos)
In een vorige blog die ik over John Coffey schreef quote ik een bezoeker: ‘John Coffey is voor deze kids wat De Heideroosjes voor mij waren en wat Claw Boys Claw was voor mijn ouders’ en meer en meer blijkt die uitspraak waar te zijn. Na een fenomenaal concert op Pinkpop afgelopen jaar en optredens van de UK tot Rusland stond voor afgelopen weekend een nieuw hoogtepunt op de planning. Een uitverkochte Ronda in Tivoli Vredenburg is het podium voor de presentatie van hun Homecoming show en nieuwe EP ‘Home For Thee’, nu al een stukje keiharde, politiek geladen, Nederlandse muziekgeschiedenis.

Met eigen bier, meerdere cateringkraampjes, tattoo-artists en vier voorprogramma’s (met speciale vermelding voor de virtuoze King Gizzard and the Lizard Wizard) wordt het publiek klaargestoomd voor een concert dat een nieuwe standaard zal zetten voor harde muziek in Nederland.

Dat John Coffey een band is die zelfs in een bejaardentehuis of bij een bijeenkomst van de SGP een wall-of-death en een circlepit zou creëren is inmiddels wel bekend. Vanaf het moment dat de lichten aangaan en de Utrechtse band Broke Neck inzet is de zaal een mosh-speeltuin waarin niks hoeft en alles mag. Om met de woorden van zanger David te spreken: 'dit Is een John Coffey show, als je wilt stil staan dan sta je stil, als je wilt dansen dan dans je, als je wilt stagediven dan stagedive je, dit is jullie avond!' In deze blog wil ik het alleen niet hebben over hoe strak en met hoeveel energie John Coffey speelt. Dat is niet met woorden te beschrijven en als je het nog niet megemaakt hebt, moet je daar deze zomer heel snel verandering in brengen.

Waar ik meer over uit wil wijden in deze blog is hoe John Coffey in een middelgroot poppodium met tweeduizend man publiek een sfeer wist te creëren  die je normaal gesproken alleen vindt in zweterige keldertjes; een underground sfeer.

3voor12 heeft deze maand als thema ‘underground’ en hebben daarbij een zoektocht uitgeroepen naar de belangrijkste undergroundlocaties van Nederland. Daarbij wordt er meteen vanuit gegaan dat underground altijd gekoppeld zit aan een locatie. Dat durf ik te betwijfelen.

Natuurlijk, underground betekent ondergronds, dus je zou kunnen zeggen dat het altijd ondergronds zou moeten zijn. Over het algemeen wordt in een muzikale context met ‘underground’ een kleinschalige, bijzondere, alternatieve locatie bedoeld. Is het echter de locatie die een concert underground maakt? Als U2 in de kelder van een verlaten pand op zelfgemaakte muziekinstrumenten gaat spelen, is er dan sprake van een undergroundconcert? Het blijft Bono die (waarschijnlijk met zonnebril op) voor je staat, je bent de ene helft van het concert bezig te beseffen hoe bijzonder het wel niet is dat je hierbij staat, de andere helft met niet doodgedrukt worden door de mensenmassa die nog naar binnen wilt.

Of stel je een zaal voor waar het podium boven je hoofd uit komt, met een professioneel geluidssysteem en zes bars waar het bier te duur is. Waar je echter, zodra de band begint te spelen, meegesleurd wordt in een muzikale draaikolk waarbij er geen enkele barrière meer lijkt te bestaan tussen band en publiek, je je omgeving vergeet, opgezweept, en geïnspireerd wordt en niks anders meer wilt doen dan volledig uit je plaat gaan. Kan daar geen sprake zijn van een undergroundconcert? Een locatie is niet volledig bepalend voor een sfeer en underground is dus, wat mij betreft, een sfeer.

Een sfeer die John Coffey wist op te roepen in de Ronda afgelopen zaterdag. Staand op de tweede rij van het balkon voelde het alsof de band recht voor je neus stond. Geen gedoe om stagediven te voorkomen, iedereen was welkom op het podium. Geen overdreven grote show, enkel een paar dingen om de muziek te versterken. Nummers die met volledige overgave gespeeld worden. Een band die alle energie, tot in hun kleine teen, in de muziek legt met als doel het publiek en zo geweldig mogelijke avond te geven.

Het is echter niet alleen te danken aan de bandleden dat Tivoli voor anderhalf uur underground was. De crew van John Coffey verdient minimaal evenveel complimenten. Tweeduizend mensen passen niet in een kelder, een optreden zoals dit is een logistiek drama. Per nummer vijfentwintig man die over je podium denderen en alles omver lopen, het is een nachtmerrie voor elke technicus. Met een indrukwekkende snelheid en netheid zette het team achter John Coffey alles weer recht, ontwarde het kabels en, als het echt te druk werd op het podium, gaf het een aantal fans een duwtje terug richting de zaal, maar geen moment werden het strenge schoolmeesters die vertelden wat er niet mag. Het grootste deel van het publiek zal ze waarschijnlijk niet eens hebben gezien, maar om dit concert in goede banen te laten lopen waren ze even essentieel als de instrumenten waar John Coffey op speelde.


John Coffey zette zaterdag een nieuwe standaard neer. Ze waren al de nieuwste toevoeging aan het lijstje Claw Boys Claw, Heideroosjes en Peter Pan Speedrock, maar wat ze hebben neergezet in Tivoli maakt ze nog bijzonderder. Of ze nu in de kleinste kelder van Nederland spelen of in de Ziggo Dome, als John Coffey de touwtjes in handen heeft, dan weten ze overal de underground sfeer neer te zetten die harde muziek zo bijzonder maakt. De broederschap, de energie, de kracht, de vrijheid die ze afgelopen zaterdag opriepen, kunnen zij overal oproepen. En dat is wat The Homecoming pas ècht bijzonder maakte.

zondag 6 april 2014

'Pay What You Want' diner bij Prins' Bovenkamer te Dordrecht 05-04-'14

Ik ben geen fijnproever, ik ben geen culinair expert, ik ben geen restaurant fanaat, maar ik hou wel van lekker eten. En lekker eten, dat heb ik gedaan in Prins' Bovenkamer. Keer op keer weet kok Jilles Kuppens in zijn huiskamerrestaurant de smaakpapillen op fenomenale wijze te verblijden.
Elk gerecht is anders, ziet er fantastisch uit en bevat een explosie aan smaken. Hoe klein je je hapjes ook maakt, elke keer weer wordt je mond helemaal gevuld met de lekkerste en puurste smaken. De borden zijn gevuld met zowel bekende als minder bekende producten, maar sluiten altijd perfect op elkaar aan. Het is erg aangenaam om op deze manier met de verschillende ingrediënten kennis te maken. Alleen al naar de gerechten kijken is al een genot.
Afgewisseld komen Kuppens en gastvrouw Sarah Eijkelboom de gerechten serveren en leggen netjes uit wat er allemaal te vinden is op het bord. Soms gaat dat een beetje snel en is het niet helemaal te volgen, maar verder is de service smetteloos.
Bij de gerechten worden wijnen geschonken die al net zo heerlijk zijn als de gerechten zelf. Ook zitten er erg bijzondere wijnen tussen, zoals een wijn uit Dordrecht en een ijswijn uit Georgië. De wijnen sluiten goed aan bij de gerechten en als de glazen leeg zijn dan staat Eijkelboom binnen mum van tijd klaar om de glazen bij te schenken met de volgende fijne wijn.
Prins' Bovenkamer heeft geen kaart, het is eten wat de pot schaft. Wel wordt er van tevoren rekening gehouden met allergieën en principes tegen bepaalde gerechten. Het missen van een kaart is echter geen moment een probleem, want alles wat geserveerd wordt, elk gerecht, elk ingrediënt en elke smaakcombinatie is overheerlijk. Natuurlijk Kuppens specialiteit de vis, die deze avond het grootste aandeel in de gerechten heeft, maar ook groente en vlees weet Jilles Kuppens fantastisch te bereiden.
Het diner vindt plaats in het appartement van de chef, Prins' bovenkamer is niet voor niets een huiskamerrestaurant. Het appartement is sfeervol ingericht; een kast vol met kookboeken in de hoek, een groot dakraam waardoor de zonsondergang te zien is en de open keuken waaruit de heerlijkste geuren het water in de mond laten lopen geven Prins' bovenkamer een gezellige en gemoedelijke sfeer. met tien gasten (drie keer twee en een keer vier), voelt het ook lekker rustig waardoor je op je gemak van alle heerlijke gerechten kan genieten

Als na 4,5 uur de koffie op tafel komt, ben ik de tel kwijt hoeveel gerechten er langs zijn gekomen, maar het zijn er zeker meer dan tien geweest. En na al die heerlijke beelden, geuren en bovenal smaken valt met zekerheid te zeggen dat ik nog nooit zo lekker gegeten heb. Daarnaast is het fantastisch dat Prins' bovenkamer met 'pay what you want' avonden zoals deze ook voor mensen met iets minder geld een fenomenale culinaire ervaring biedt.

Eten 10/10, Service 9/10, Decor 10/10.
http://www.prinsbovenkamer.nl/

zondag 2 maart 2014

Gymnasium, kweekvijver van talent of achterhaald fenomeen?

Na zes jaar gymnasium is elke leerling het wel gewend, de vraag ‘maar wat heb je nou aan Latijn en Grieks?’ van collega atheneumleerlingen of andere geïnteresseerden. Meer dan wat gemompel over algemene kennis komt er vaak niet uit. Dat roept de vraag op, wat is de functie van het categorale gymnasium nog in onze moderne tijd?

Wat is een categoriaal gymnasium ook alweer, en wat is het verschil met andere vwo opleidingen? Een categoriaal gymnasium is een middelbare school waar alleen gedoceerd wordt in de gymnasiumvorm, oftewel vwo met Grieks en/of Latijn. Dit is ook meteen het enige verschil met het atheneum. In het schooljaar 2011/2012 waren er 38 van deze categorale gymnasia in Nederland met om en nabij de dertigduizend leerlingen volgens de Stichting Het Zelfstandige Gymnasium (SHZG). Het gymnasium gaat terug tot de Latijnse scholen van de renaissance, de kloosterscholen van de middeleeuwen en zelfs in de klassieke oudheid bogen er al leerlingen over de verhalen van Homerus, zo schrijft Anton van Hooff in zijn artikel Zonder het gymnasium ben je blind in het museum in de NRC van 9 oktober 2013.

Een eerste punt waar gymnasia in uitblinken zijn de resultaten, die liggen gemiddeld zo’n 0,3 punt hoger op het centraal examen, in vergelijking met het landelijk vwo gemiddelde. Waar dit door komt is redelijk makkelijk af te leiden. Doordat er maar op een niveau lesgegeven wordt, kan er geselecteerd worden op gespecialiseerde, deskundige docenten. Een scheikundedocent op een categoriaal gymnasium hoeft alleen op vwo niveau scheikunde te geven en niet ook op HAVO en vmbo niveau. Hierdoor kan een docent zich volledig specialiseren op een bepaald niveau en onderwijsplan, waardoor de docent beter lesgeeft, de leerlingen meer leren en zo betere cijfers behalen.

Hierbij ontstaan echter ook problemen, want een leerling die het hoge niveau op gymnasia niet aankan, kan flink in de aap gelogeerd raken. Waar zo’n leerling op een lyceum met meerdere niveaus gewoon een treetje lager gaat, op dezelfde school kan blijven en zelfs de mogelijkheid heeft om het gymnasium later nogmaals te proberen te halen, zal een moeizame gymnasium leerling op een categoriaal gymnasium de school moeten verlaten. Om dit te voorkomen blijven deze leerlingen vaak onnodig vaak zitten of worden de gymnasiumvakken Latijn en Grieks met erg veel moeite gehaald. Zo viel het gemiddelde cijfer van het centraal examen Latijn in het schooljaar 2011/2012 0,1 punt lager uit op gymnasia dan op reguliere middelbare scholen en waren de gemiddeldes voor Grieks gelijk. De leerlingen die eigenlijk naar atheneum hadden gemoeten halen de cijfers van de uitmuntende gymnasiasten omlaag.

Echter, naar gemiddeldes kijken zegt ook niet altijd alles. Feit is, dat op gymnasia dus nog steeds wel leerlingen zich ontpoppen tot uitmuntende gymnasiasten. Dit komt mede door de kleine, veilige leeromgeving waarin deze leerlingen zich bevinden. Met gemiddeld 794 leerlingen zijn gymnasia over het algemeen kleine, overzichtelijke middelbare scholen, waar docenten en leiding een goed beeld hebben van wat er speelt onder en tussen leerlingen en hier adequaat op kan inspelen. Dit bevordert de sfeer op school en dat maakt dat gymnasiasten minder problemen hebben en zo zich beter kunnen focussen op hun studie. Ook maakt een kleine leeromgeving dat iedereen elkaar kent en een leerling dus makkelijk contact kan zoeken als hij of zij problemen heeft, zowel persoonlijke als studie gerelateerde.

Maar streeft het gymnasium niet haar doel voorbij? Het gymnasium had ooit als doelstelling haar leerlingen de klassieken bij te brengen. Hierdoor is er op gymnasia veel aandacht voor Latijn en Grieks, maar daarnaast ook voor geschiedenis, literatuur en dergelijke. Maar in het huidige tijdsbeeld lijkt de gymnasiast niet meer geïnteresseerd in deze zaken. Hoe komt dit? De gemiddelde gymnasiast is nog steeds een kind van succesvolle ouders die op hun beurt succesvolle kinderen willen. Maar succes is niet meer te behalen met klassieke taal, cultuur en geschiedenis. Daarentegen gaat de aandacht nu uit naar economie en de technische vakken. De gymnasiast volgt het gymnasium omdat de ouders dat zien als een weg tot succes, maar besteed minimale aandacht aan de kernvakken, en zou dus net zo goed regulier vwo kunnen volgen.

Het categoriaal gymnasium heeft zich ontwikkeld tot een waar instituut, met duidelijke doelen, hoge niveaus en grote voordelen, maar zal mogelijk in de komende decennia een flinke metamorfose ondergaan. Het beeld over gymnasia zal gaan veranderen van een belofte tot succes naar een opleiding die de geest verbreedt. Het gymnasium zal het moeilijk krijgen met concurrentie van steeds meer categoriale athenea, maar door haar functie en bijzonderheden nooit verdwijnen.